dinsdag 13 december 2016

Het zit in de familie


Familiebedrijven, ze hebben charme en vaak prachtige geschiedenissen. In Overijssel zijn we ruim bedeeld; maar liefst driekwart van onze bedrijven zijn familiebedrijf. Er zitten parels tussen die tot de verbeelding spreken.

Gerardus Johannes ter Beek, zoon van een koopman, blauw- en zwartverver, ‘zetter’ van Ambt Almelo en broodverkoper specialiseerde zich in beschuit. Bolletje, sinds 1867.

Johannes Albertus Auping prutste net zolang met vlecht- en staaldraad tot hij de perfecte “Stalen Gezondheidsmatras” kon leveren aan het Deventer Geertruiden Gasthuis, ter vervanging van de gebruikelijke stromatrassen. Koninklijke Auping BV, sinds 1888.
Alle charme en mooie geschiedenissen ten spijt; lange tijd is door de Rijksoverheid weinig rekening gehouden met het grote economische belang van familiebedrijven. Want ze doen het immers goed.

Ze zijn vaak creatief en innovatief en ze hebben de neiging zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden. Ze zijn beter bestand tegen slechte economische tijden en negatieve invloeden van buiten, want vaak gefinancierd met eigen kapitaal. Ze zijn loyaal aan de relatie met personeel.

Dat dát nu net de valkuilen zijn voor familiebedrijven wordt vaak over het hoofd gezien. De huidige regels voor ontslag, transitievergoedingen en loondoorbetaling bij ziekte werken contraproductief, de financiële risico’s stapelen zich op. Erf- en schenkbelastingregels bij overdracht van een familiebedrijf vormen vaak een molensteen.

Er komt een nieuwe generatie aan, een groot aantal van de familiebedrijven gaat de komende jaren over in andere handen – al dan niet van een nieuwe familiegeneratie. Dat zijn vaak moeizame processen die wel wat steun kunnen gebruiken. Daarom zijn we dit voorjaar in Overijssel begonnen op verschillende manieren aandacht te vragen voor het fenomeen familiebedrijven, met hun spilfunctie in de regionale economie.  En ik kan vol vreugde melden dat we inmiddels met de samenwerkende partijen een paar flinke stappen in de goede richting hebben gemaakt. Er ligt nu een intentieverklaring “Samen in beweging voor familiebedrijven” (Programma Familiebedrijven Overijssel 2017-2019) met handtekeningen er onder.
Samen met Hogeschool Windesheim, Saxion, VNO NCW en MKB Midden hebben we in Overijssel dit een programma van activiteiten ontwikkeld voor familiebedrijven. Zoals ondersteuning bij de herinrichting van de bestuursstructuur; hulp bij opvolgingsproblematiek; ondersteuning van potentiële bedrijfsopvolgers onder studenten; een ‘Jonge Bedrijfsopvolgings regeling’ in de vorm van een investeringsregeling.  We gaan de ontwikkeling van de bedrijven monitoren. We laten ze niet los.

Ik ben er trots op, dat de provincie Noord-Brabant het Overijsselse initiatief lijkt te gaan omarmen. De Brabantse CDA Statenfractie riep daartoe onlangs op. Als dat sneeuwbaleffect ook de andere provincies bereikt, dan zijn er 271.790 Nederlandse familiebedrijven mee gediend. Met alle goede gevolgen voor onze economie, werkgelegenheid en toekomst.



 

 

 

 

 

maandag 12 december 2016

We hebben een deal!


Ik was geloof ik achttien toen ik een stereotoren kocht bij een prachtige muziekwinkel in de binnenstad van Sneek. Alles erop en eraan, cassettedeck, Cd-speler, flinke boxen. Betaald met geld dat ik bijeen gespaard had met een vakantiebaan in de horeca. We hebben ’m onlangs in de garage gezet, die stereo. Muziek komt via andere kanalen binnen; ik ben al jaren een fervent Spotify gebruiker.

De muziekwinkel en de stereotoren zijn eigenlijk een metafoor voor de digitale transitie die in een tijdsbestek van twintig jaar heeft plaatsgevonden in de wereld.

Een transitie die nog volop bezig is, die nieuwe mogelijkheden biedt, flexibiliteit vraagt en tegelijk een hele nieuwe realiteit laat zien. Zo is het winkellandschap ingrijpend aan het veranderen. De omzet via de traditionele winkelverkoopkanalen staat onder grote druk. Het online winkelen neemt verder toe en de gevolgen daarvan voor de retailsector zijn zichtbaar in onze binnensteden.

Het Ministerie van Economische Zaken heeft samen met landelijke partijen (VNG, Detailhandel Nederland en IPO) een retail agenda opgesteld en aan de gemeenten gevraagd deze uit te voeren. Daarnaast heeft het ministerie de provincies gevraagd hun rol op dit gebied te pakken en een gezamenlijke retaildeal te tekenen. Dat laatste is gedaan op 5 oktober in Den Haag. Daarnaast gaat iedere provincie voor zich met een eigen retailagenda aan de slag.

In Overijssel hielden we een winkeltop – gevolgd door detailhandel pilots in verschillende gemeenten- en we ontwikkelden een Leegstandsmonitor die op dit moment wordt doorontwikkeld voor landelijke toepassing. We stimuleren de lokale aanpak met kennisdeling en uitwisseling, maar gemeenten met een retail agenda krijgen ook financieel een steuntje in de rug in de vorm van een aanjaagsubsidie. Dat zijn geen mega-bedragen, maar dat geld kan nét even het verschil maken.

Gemeenten zijn primair zelf verantwoordelijk voor een ruimtelijk evenwichtige detailhandelsstructuur, maar als het gaat om ontwikkelingen met een regionale uitstraling dan heeft de provincie de regie. Plannen voor nieuwe winkelcentra buiten steden maken wat ons betreft geen schijn van kans; eerst moet de leegstand in de binnensteden worden opgelost.
We zoeken versterking voor de kernwinkelgebieden en zoeken naar aanknopingspunten om de detailhandelsstructuur in binnensteden te versterken. Ons programma Stadsbeweging is gericht op de héle binnenstad – niet alleen op de detailhandel. Wij zetten de Herstructurerings Maatschappij Overijssel extra in om de leegstandsproblematiek aan te pakken. De HMO investeert ook risicodragend mee.

Hoe ziet het er over twintig jaar uit?

Daar moeten we al onze creativiteit en flexibiliteit voor aanspreken. We weten inmiddels waar het knelt, nu is het een kwestie van samen met de partners aan de slag gaan met de agenda voor de toekomst. Beleving in is het nieuwe toverwoord. Dat staat haaks op ons zapp-gedrag -want wat belééf je nou, als je online je spullen aanschaft?- maar misschien maakt juist die digitale expansie en de e-commerce de behoefte aan werkelijke beleving en contact groter.

Zo ga ik misschien nog wel ‘ns weer terugverlangen, naar de beleving van een stereotoren. Naar zo’n prachtige winkel in Sneek, waar je plezier had in het vergelijken van verschillende stereotorens en de geluidskwaliteit van de boxen. Compleet met een goed persoonlijk advies..!